Midwinterfeest

Kerstverlichting: de huizen, de winkels en de kerstbomen hangen er vol mee. Eigenlijk zijn we weer terug bij het voorchristelijke midwinterfeest. Op 21 december, de kortste en donkerste dag van het jaar in Noordelijke streken, vierden veel volken het midwinterfeest. Het was het feest van het verlangen naar het licht. Ook de kerstboom hoorde daarbij, want een wintergroene boom staat voor het verlangen naar de lente, het uitlopen van al het groen.

Het licht voor de wereld

In het evangelie van Johannes (Joh 8:12) zegt Jezus over zichzelf: ‘’Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt, loopt nooit meer in duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’’ Dat de geboorte van Jezus gekoppeld is aan het midwinterfeest van het licht, is dus heel begrijpelijk. Maar op welke datum Jezus geboren is, weten we helemaal niet, en is ook helemaal niet belangrijk. De eerste christengemeenten vierden overigens helemaal geen kerstfeest. Pasen, het feest van de opstanding van Jezus uit de dood, dat was het grote feest! Maar er staan twee geboorteverhalen in de bijbel, één in Mattheus en één in Lucas, dus het is begrijpelijk dat men die geboorte wel wilde vieren. Dat zal op enig moment ook wel gebeurd zijn, maar daar is eigenlijk niets over bekend. Wat we wel weten, is dat de tot het christendom bekeerde Romeinse keizer Constantijn de Grote (ca. 280-337) in het jaar 321 het kerstfeest vaststelde op 25 december. Dat is net een paar dagen na de kortste dag. De reden daarvan is waarschijnlijk dat hij het kerstfeest niet wilde laten samenvallen met de heidense midwinterfeesten omdat veel van zijn onderdanen die nog vierden.

Eenvoudig en armoedig

Met ons huidige kerstfeest, waarin alles lijkt te draaien om de kerstboom, de kerstman, de pakjes en de kerstmaaltijd, zijn we ver verwijderd van de situatie waarin Jezus geboren werd: in een stal. Zijn wieg was een voerbak. Eenvoudig en armoedig. Nou ja, Lucas vertelt dat er ook engelen zongen en dat de herders op kraamvisite kwamen. En Mattheus vertelt dat er later aan huis, dus niet meer in de stal, ook nog een paar magiërs uit het Oosten langskwamen met ‘’Myrrh, Wieroock ende Goudt’’. (vers 3 uit ‘’Nu sijt wellecome’’). De traditie heeft ze namen gegeven: Caspar, Melchior en Balthasar, maar die staan niet in de bijbel.

De kerststal

Franciscus van Assisi (1182-1226), de stichter van de Franciscaner kloosterorde, wilde terug naar de eenvoud van de kerk. Hij was de zoon van een rijke handelaar en kwam niets tekort. Maar hij keerde dat leven de rug toe om in armoede te gaan leven. In 1223 kreeg hij het idee om nu eens uit te beelden hoe het bij die armoedige geboorte van Jezus was toegegaan. Hij liet de inwoners van Greccio, een dorp in de buurt van Rome, in het kerkje de eerste levende kerststal maken, compleet met Maria, Jozef, kindje Jezus, herders, engelen, een os en een ezel. De magiërs ontbraken, want dat zou de eenvoud van het tafereel verstoren. Franciscus droeg de mis op boven de kribbe. De kunstenaar Filippo Lippi (1406-1469) maakte er in 1455 een prachtig schilderij van. De man linksboven is waarschijnlijk Johannes, de man die in opdracht van Franciscus de stal gemaakt had en rechts staat de heilige Annalena (Maria Magdalena) in aanbidding voor het kind Jezus. Die heeft natuurlijk niets met het tafereel te maken, maar waarschijnlijk is het schilderij gemaakt voor een klooster, gewijd aan Maria Magdalena. Linksonder staat Franciscus zelf in zijn bruine pij. Zo komen we dus aan die kerststalletjes.

De os en ezel

Maar alles goed en wel, die os en die ezel staan niet vermeld in de geboorteverhalen in de bijbel! Waar komen die dan vandaan? Misschien waren ze toevallig beschikbaar in Greccio. Maar in de kerststal zou je eerder wat schapen verwachten die met de herders meegekomen waren. Die staan wel op het schilderij, maar heel in de verte bij de herders. Die os en die ezel symboliseren wat anders: De os is volgens de voedselvoorschriften in Deuteronomium 14 een rein dier en staat symbool voor het Joodse volk, de ezel is een onrein dier en staat symbool voor de heidenen. Dat ze allebei in de kerststal staan, wil daarom uitdrukken dat Jezus zowel voor het Joodse volk als voor alle andere mensen is gekomen. Het licht in de duisternis is dus voor iedereen!

P. Vlaming